In de zoektocht naar manieren om het probleem van de opwarming van de aarde op te lossen, komen veel grote bedrijven tegenwoordig uit bij carbon credits. Kort gezegd koopt een bedrijf daarmee het effect van de eigen CO2-uitstoot af door elders op aarde bomen te laten planten. Maar het kan simpeler, volgens Peter Bontekoe van Salixkwekerij Bontekoe. Hij pleit ervoor meer naar de Nederlandse boomkwekers te kijken voor een oplossing van het CO2-vraagstuk.
Rond 1990 zag Bontekoe de interesse naar boomkwekerijproducten toenemen bij tuincentra, bouwmarkten en supermarkten. Om aan de toenemende vraag te voldoen, besloot hij de teelt van salixen (Latijn voor wilgen) op te schalen. Dat bleek een goede zet. “We zijn sindsdien gegroeid in de salixteelt en dat loopt goed. We zijn het enige bedrijf in Europa dat gespecialiseerd is in de teelt van salix op stam en struik. Inmiddels hebben we vijftien verschillende soorten op tien hectare, verdeeld over drie locaties. We leveren salixen aan iedereen die het wil en hebben klanten van klein tot groot, waarvan de meeste in Engeland zitten.”
Intensieve teelt
Bontekoe beschrijft de salixteelt als intensief. “De grootste uitdaging is misschien wel de ziektegevoeligheid tijdens het enten. Goede bestrijders voor entschimmels zijn nauwelijks voorhanden. Omdat het een buitenteelt is, zijn we beperkt in de biologie. We proberen het echter wel en we hebben gelukkig weinig gewasbescherming nodig, alleen gedurende de groeiperiode, drie tot vier maanden in de zomer.”
Daarnaast is arbeid een uitdaging. “Het enten van stammen is arbeidsintensief: je moet op maat zagen, ogen uitsnijden en de stammen vastzetten aan een draad zodat ze niet omwaaien. Veel ambachtelijk handwerk dus en omdat het een relatief kleine teelt is, is het soms een uitdaging om mensen te vinden.”
Duurzaam voordat het bestond
Uitdagingen of niet, de kwekerij is al jaren rendabel én duurzaam. “Wij waren in de jaren 80 al duurzaam, voordat het woord was uitgevonden”, zegt Bontekoe trots. “Nu zijn we zelfs CO2-negatief: we gebruiken geen gas meer en via de zonnepanelen wekken we meer elektriciteit op dan we verbruiken. Daarnaast hebben we ook langzaam werkende meststoffen en hoeven we geen onkruidbestrijders te gebruiken dankzij de kokosmatjes die over de gewassen gaan. Dat komt de kwaliteit van de planten ook nog eens ten goede.”
‘Nederland zou veel groener moeten zijn’
Bontekoe teelt dus graag zo groen mogelijk en de producten die hij en collega-boomkwekers leveren, kunnen een belangrijke rol spelen in het vergroenen van Nederland en de wereld, meent hij. “Nu krijgen grote vervuilers carbon credits om bomen te laten planten in Afrika, maar de wereld van die carbon credits is nogal schimmig – het is niet altijd zeker of de beloofde bomen ook echt worden geplant. Ik zou daarom willen oproepen dat Nederlandse bedrijven carbon credits in Nederland aankopen.”
Bontekoe pleit voor een systeem op Europees niveau. “Laten we met een meer lokaal systeem gewoon bomen gaan planten in Nederland. Daarmee maak je de lucht ook beter, want bomen en planten halen ook fijnstof uit de lucht. Nederland zou echt veel groener moeten zijn dan het is, ook om de temperatuur in de stad naar beneden te brengen. Zoals ik jaren geleden al zei als voorzitter van de LTO-vakgroep Bomen en vaste planten: wij boomkwekers kunnen het broeikaseffect oplossen.”
Samenwerken aan vergroenen
Om die bewering te onderbouwen, zijn harde cijfers nodig, beseft hij. “Ik hoop dat we daarin stappen kunnen gaan zetten. Op dit moment hebben we de benodigde CO2-footprinttools nog niet, maar we moeten wel kunnen aantonen dat we de CO2-uitstoot met onze producten kunnen verlagen. Ik weet dat MPS ermee bezig is om dat meer inzichtelijk te maken, dat vind ik een goede zaak – ook naar klanten toe kan dat een pluspunt zijn. Ook zou het mooi zijn als de sector nog meer gaat samenwerken met natuurorganisaties die ook echt willen vergroenen, zoals Staatsbosbeheer.”