Samen met kwekers en andere partijen* uit de bollenteelt werkt MPS-kweker Rob van Haaster aan het ontwikkelen van een nieuw duurzaam teeltsysteem voor het telen van ziektevrije hyacintenbollen. Centraal staat het verkorten van de teeltcyclus, omdat de huidige lange teeltcyclus zorgt voor een grote kans op ziekten en plagen. Van Haaster, eigenaar van Van Haaster Vijfhuizen met 35 hectare hyacintenteelt vertelt: “Het project geeft de kans de hyacintenteelt te verduurzamen. Als je niet voor jezelf verduurzaamt, dan wel voor de generaties na ons.”
De roep om gezonde, residuvrije bollen en bloemen vanuit de markt wordt groter. Tegelijkertijd neemt het aantal toegestane gewasbeschermingsmiddelen af. De huidige teeltcyclus van drie tot vier jaar zorgt voor een grote kans op ziekten en plagen en daardoor is het gebruik van middelen hoog. Om de hyacintenteelt te verduurzamen, is een nieuwe manier van telen nodig.
Het project Vitale Teelt Hyacint is een POP3-project dat voor 70 procent wordt gefinancierd via Provincie Zuid-Holland met geld van de Europese Unie. Daarnaast vindt cofinanciering plaats door de Stichting Hagelunie en de betrokken partners.
Schoon uitgangsmateriaal
“De manier waarop we nu bollen telen is bijna niet meer houdbaar. Als de sector wil blijven bestaan, dan moeten we met schone, residuarme bollen beginnen en eindigen”, vertelt Van Haaster. “Op die manier zijn er minder middelen nodig. Dat is beter voor het milieu. Door het project kunnen we van elkaar leren en sneller stappen maken.” Van Haaster registreert zijn verbruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, energie en water voor MPS-ABC en is daarnaast MPS-GAP gecertificeerd.
In de huidige teeltsystemen voor bollen worden ziekten en plagen telkens meegenomen in de vervolgteelt, omdat een deel van de oogst weer als uitgangsmateriaal voor de volgende teelt wordt gebruikt. Er wordt dus geteeld in een cyclus. Bij de nieuwe manier wordt begonnen met schoon uitgangsmateriaal en wordt dit versneld opgekweekt onder beschermde en optimale omstandigheden in de kas. Vervolgens wordt het buiten een jaar afgeteeld tot een leverbare bol.
Als de sector wil blijven bestaan, dan moeten we met schone, residuarme bollen beginnen en eindigen
Halvering teeltduur
Voor het ontwikkelen van een nieuw teeltsysteem is natuurlijk kennis nodig. Van Haaster: “Momenteel zijn we bezig met het doen van proeven op de nieuwe manier. Het moet economisch haalbaar zijn. Het kasklimaat moet op orde zijn en er moeten voldoende bollen uitkomen. In de bollenteelt wordt normaal gesproken in de volle grond geteeld en niet in de kas, dus dat is een hele ommezwaai.” Uiteindelijk wordt door de ommezwaai in het teeltsysteem naar verwachting de teeltduur gehalveerd.
Door de halvering van de teeltduur wordt ook het aantal keren oogsten, verwerken en bewaren verminderd waardoor de kans op ziekten en plagen minder wordt. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen daalt mogelijk hierdoor en de grond wordt minder belast. Ten slotte wordt door de kortere teelt ook op water en bemesting bespaard. “We moeten niet denken dat de nieuwe manier van telen binnen vijf jaar gemeengoed is. Maar de mindset begint wel te veranderen. Steeds meer kwekers staan open voor innovatie. Vrijwel iedereen ziet de bedreiging op zich afkomen. Wachten tot iemand anders het doet is geen oplossing. De kennis die we hebben, moeten we delen om vooruit te komen.”
* De partners zijn Markglory, Fa. P.C. van Saase & Zn., Fa. K. van Haaster & Zn., Van Haaster Vijfhuizen B.V., Apeldoorn Bloembollen VOF., Th. A. Pennings en Zn VOF., Bulb Quality Support B.V., Iribov B.V., Alb. Groot B.V., KAVB en Wageningen University & Research.
Bekijk de video hieronder om meer te weten te komen over het project.