Toen de kwekerij van de familie Van der Maarel in 1999, twintig jaar na de oprichting, zich ging richten op de Phalaenopsisteelt, veranderde ook de naam. Maarel Orchids produceert sinds 2006 op een locatie van inmiddels 9,3 hectare meer dan zes miljoen planten per jaar, voornamelijk voor de retail. Certificering is belangrijk voor het bedrijf, ook voor de communicatie naar buiten toe.

Alphons Alsemgeest

“Met certificering profileren we ons naar onze klanten toe”, vertelt Alphons Alsemgeest, KAM-coördinator (kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu) en daarnaast verantwoordelijk voor ICT en energie. Het bedrijf is MPS-A+, MPS-SQ en MPS-GAP gecertificeerd en doet mee aan MPS-ProductProof. Daarnaast voeren ze het On the way to PlanetProof-label. “Dat is het enige label richting de consument, dus we zouden graag zien dat daar wat meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven, vooral ook in de landen buiten Nederland.”

Minder water, energie, gas en CO2-uitstoot
De kwekerij heeft dan ook genoeg om met trots over te vertellen aan de consument. “Van de  luchtbehandelingskasten vangen we alle condens op en hergebruiken we dat als gietwater, zodat we, zeker in de zomer, meer watervoorraad hebben”, vertelt Jeroen Wolkers, assistent teeltspecialist.

Ook is het bedrijf al deels overgestapt op LED-belichting, hybride en full-LED, waar veel energie mee wordt bespaard. Tevens wordt de lichtuitstoot verminderd met nieuwe lichtdichte schermen. “In het verleden verbruikten we met de SON-T zes MW per uur, nu met de LED is dat 4,5 MW per uur. We hebben dus al een kwart bespaard, maar we zijn op weg naar veertig procent reductie.”

Met de wkk’s wordt stroom opgewekt en daarmee ook warmte. Maar sinds deze zomer ontvangt de kwekerij aardwarmte, waardoor het gasverbruik uiteindelijk gehalveerd wordt. Door de aardwarmte gaan de wkk’s minder vaak aan. CO2 komt vanuit de industrie via het OCAP-netwerk binnen.

Jeroen Wolkers

Zo weinig mogelijk spuiten
Biologisch telen is lastig, omdat voor plagen als wolluis en Echinothrips geen goede biologische bestrijders beschikbaar zijn volgens Wolkers. “Maar we gebruiken slechts vijf procent van wat we mogen gebruiken aan werkzame stoffen volgens de bovenwettelijke norm van On the way to PlanetProof. Dat doen we door de teeltomstandigheden te optimaliseren, zodat we minder gewasbeschermingsmiddelen hoeven in te zetten.”

Een voorbeeld van die optimalisatie is het substraat dat wordt gebruikt. “Wij hebben een vrij dicht substraat. Daardoor kunnen we langer wachten met gieten, zonder problemen voor de plant. De potworm houdt van nattigheid, maar die blijft bij ons dus weg, omdat we de watergift kunnen uitstellen.”

Eerlijke en open sierteelt
Alsemgeest beschrijft de samenwerking met MPS als goed. “Ze hebben ons  gevraagd om de nieuwe HortiFootprint Calculator te testen. We staan open voor dat soort vernieuwingen en het is prettig dat MPS daar ook aan meedoet.”

Wel zouden de heren graag een MPS-certificaat zien dat ook voor de consument is bedoeld. “Als we ook de consument kunnen informeren, wordt de sierteeltsector daar alleen maar opener en eerlijker van”, besluit Alsemgeest. “We zijn tenslotte erg vooruitstrevend als sector op allerlei gebieden en we zouden graag zien dat de overheid daar ook wat meer oog voor heeft, bijvoorbeeld door naar de energiebelasting te kijken en de impact die dat op ons heeft.”