In 1924 begon Bert Faassen een boomkwekerij in het Limburgse Tegelen. Een eeuw later bestaat het familiebedrijf nog steeds en lijkt het sterker dan ooit. Florian Faassen vertegenwoordigt de vierde generatie en is inmiddels mede-eigenaar van Faassen Plants. Hij blikt terug op de afgelopen eeuw, met als centrale vraag: hoe blijf je dicht bij de basis, terwijl je de teelt optimaliseert met moderne technieken?

Florian Faassen

Al in 1883 begon Arnold Faassen met het kweken van dennenplanten. Zijn zoons waren ook ondernemend, waarvan Bert de meest succesvolle zou blijken met diens boomkwekerij, waarvan een deel naar Reuver zou verhuizen. Sjraar en Noud namen de kwekerij in Reuver over. Florian Faassen vertelt: “De derde generatie, mijn vader, begon in Reuver maar stapte er in 1980 uit om zijn eigen bedrijf te beginnen: Bart Faassen Tegelen.”

Na 36 jaar als concullega te hebben gewerkt met broer Léon, die in Reuver bleef, kwamen de twee bedrijven weer samen toen Léon Faassen stopte. “Hij heeft toen toenadering tot ons gezocht. Omdat het bedrijf in Reuver weg moest wegens een ontgrinder die daar aan de slag ging, hebben wij het bedrijf en personeel in Tegelen overgenomen.” In 2020 werd daar vervolgens de naam Faassen Plants aan verbonden. “Ondanks de splitsing is het altijd dezelfde familie gebleven, met een gedeelde geschiedenis.”

Totaalpakket voor groenvoorzieners en gemeenten
Waar de kwekerij in de begindagen vooral leverde aan particulieren, kwam daar na verloop van tijd ook de groothandel en export bij. “Toen ging er veel naar Amerika en Canada. Nu doen we nog steeds export, maar meer binnen Europa. In Nederland zien we de laatste tien, twintig jaar ook groei, vooral naar handelaren, maar ook richting gemeenten en hoveniers.”

De focus ligt daarbij op bos-en haagplantsoen, laanbomen en heesters in containers. “Maar we verhandelen het hele pakket grootgroenproducten, van vaste planten en leibomen tot heesters, rozen en coniferen. We bieden een totaalpakket voor hoveniers en gemeenten, inclusief transport en verpakking.”

Steeds meer vraag naar certificaten
De familie Faassen is al tientallen jaren bezig met verduurzaming. Florian Faassen: “Dat laten we zien door middel van diverse certificaten, zoals MPS-ABC (MPS-A+). Mijn vader begon met MPS voor kwaliteitsborging. Dat kostte in het begin veel tijd, energie en geld, maar die investering betaalt zich inmiddels uit – de laatste jaren zien we dat klanten meer vragen naar certificaten, ook vanuit het buitenland.”

De MPS-systemen bieden daarbij toegevoegde waarde, meent Faassen. “Dat werkt allemaal goed en prettig qua registratie van middelen en energie. En als er vragen of moeilijkheden zijn, worden we altijd goed geholpen. We merken ook dat de aanlegmarkt het net als MPS steeds belangrijker vindt om de hele keten inzichtelijk te maken. Vooral gemeenten hechten waarde aan duurzaamheidscertificaten bij het inkopen van planten.”

Overschakelen naar biologisch
Een van de verduurzamingsinitiatieven bij Faassen Plants is een geleidelijke overstap naar biologisch waar dat kan. “Sinds 2022 doen we de containerteelt al biologisch. Nu is ook de vollegrondskwekerij met bosplantsoen in omschakeling naar biologisch. Dat wordt wel een uitdaging, want in onze sector is dat vrij uniek. We beginnen met een klein gedeelte om te kijken wat wel en niet werkt.”

Faassen kan daarbij rekenen op de hulp van teeltadviseurs. “Vooral de grondbemonstering en -bewerking vooraf is belangrijk, maar voor tijdens de teelt zijn er ook steeds meer biologische middelen beschikbaar. Daar gaan we mee aan de slag om te kijken wat wel en niet werkt. Onze teeltadviseurs kijken ook mee met deze bijzondere stap.”

Minder water voor sterkere planten
Faassen Plants doet meer op het gebied van verduurzaming. “Sinds 2013 hebben we meer dan honderd zonnepanelen op ons dak liggen. Binnen in de loods hebben we vier elektrische heftrucks rijden en we zijn van het gas af – voor het kantoor en woonhuis maken we gebruik van een houtverbrandingskachel.”

Daarnaast werkt de kwekerij ook aan het minimaliseren van de watergift. “Dat doen we vanwege de duurzaamheid, maar ook om de planten sterk te maken. Als je hier op de kwekerij de planten gaat verwennen met veel water en ze komen vervolgens in een bos terecht waar het droger is, krijgen ze het lastig. Door de watergift te verminderen komen de planten weliswaar een maatje kleiner van de kwekerij, maar wel sterker. Dat is uiteindelijk beter voor de klant.”

Terug naar de basis
Tot slot blikt Faassen nog even terug. “In juni hebben we ons jubileumfeest gevierd. Ik heb daarvoor veel oude foto’s en documenten doorzocht.” Daarbij viel hem iets op. “Er zijn in die tijd heel veel ontwikkelingen geweest, maar de basis blijft hetzelfde: je stopt een eikel in de grond en verkoopt twee jaar later een jonge boom. Technieken veranderen, maar de basis van het product blijft. Nu staan wij voor de uitdaging om weer deels terug te gaan naar die basis. Honderd jaar geleden werd eigenlijk al biologisch geteeld – nu is het aan ons om de chemie er weer uit te halen waar dat kan.”