Een van Costa Rica’s doelen om stappen te zetten naar een duurzamere planeet, is geen CO2-uitstoot meer in 2050. Linda Vista, gevestigd in Costa Rica en onderdeel van de Ball Horticultural Company, draagt bij aan een duurzamere wereld door met behulp van MPS-ABC hun gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, water, energie en andere brandstoffen te beoordelen. “We produceren onze gewassen met een rationeel gebruik van landbouwbenodigdheden, waardoor we een veiligere omgeving voor werknemers creëren”, zegt Kelly Salinas, hoofd van de afdeling Plantenpathologie van Linda Vista.
Het bedrijf legt zich toe op de productie van sierplantenzaden voor de export. Ze produceren veel belangrijk perkgoed, snijbloemen en potplanten, en F1-hybride gewassen worden bestoven, geoogst en klaargemaakt voor distributie over de hele wereld.
Kelly Salinas, hoofd van de afdeling Plantenpathologie van Linda Vista
Bewust selecteren
Linda Vista, ook bezig met het verkrijgen van MPS-GAP, besloot met MPS-ABC te gaan werken om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen en op termijn duurzamer te zijn. Door de focus van MPS-ABC op duurzaamheid door middel van gewasbescherming en mestgebruik zijn zij zich bewuster geworden van de keuze en dosering van de gewasbeschermingsmiddelen. “Bij Linda Vista hebben we veel gewassen tegelijkertijd in productie en deze worden aangetast door verschillende plagen, dus we moeten heel voorzichtig en bewust zijn bij de selectie van gewasbeschermingsmiddelen”, legt Salinas uit. Ze beoordelen ook elk kwartaal de certificering om hun gebruik te vergelijken met de drempels die zijn vastgesteld volgens het label van agrochemische producten.
Salinas zegt dat meer bewustzijn van de impact van gewasbeschermingsmiddelen hen heeft geholpen om de moleculen bewuster en verantwoorder te selecteren voor gewasbescherming. Dit draagt bij aan het landbouwsysteem van Costa Rica, dat wordt bedreigd door landbouwpraktijken die natuurlijke hulpbronnen overmatig exploiteren om de winst op korte termijn te maximaliseren. “Om deze reden hebben veel bedrijven gewerkt aan het verbeteren van hun duurzaamheidspraktijken en wij ook.”
Certificatieproces
Het behalen van het MPS-ABC certificaat was voor Linda Vista niet veel meer werk. Ze hoefden alleen een aantal ‘rode’ gewasbeschermingsmiddelen om te zetten in ‘oranje’, ‘groen’ of ‘wit’ om binnen de grenzen van de certificeringsnorm te blijven. Hoewel ze hun bedrijfsvoering niet veel hoefden te veranderen, ondervonden ze wel wat opstartproblemen met de registratieomgeving. Salinas: “In het begin hadden we wat moeite om de locatievragenlijst te begrijpen. We moesten meer informatie invullen met betrekking tot de teeltpraktijken en het type gewassen; met deze veranderingen hebben we per item andere drempels gehaald (gewasbescherming, meststoffen, energie, brandstof en water).”
Toch was het certificeringsproces een zeer verrijkend proces. “Omdat we de actieve ingrediënten en de etiketten van de gewasbeschermingsmiddelen die we gebruikten moesten herzien, zijn er wat veranderingen doorgevoerd en hebben we onze classificatie verbeterd. We hebben ook onze Integrated Pest Management (IPM) verbeterd door de biologische, culturele, fysieke en chemische hulpmiddelen te combineren om het risico van plagen te beheersen en te verminderen. Op deze manier minimaliseren we de algehele economische, gezondheids- en milieurisico’s.”
Salinas vindt dat ook andere bedrijven milieucertificering moeten overwegen. “Het behalen van de MPS-ABC-certificering is van groot belang vanwege de strikte randvoorwaarden voor gewasbeschermingsmiddelen, water, papier, plastic en chemisch afval, maar ook voor de regulering van het gebruik van water, elektriciteit en brandstof.” Ze adviseert andere kwekers om de certificering te begrijpen voordat ze de gevraagde informatie gaan invullen. “Vraag om hulp om de parameters te begrijpen die de milieuzone bepalen en om de gedefinieerde drempels te begrijpen, om de nodige wijzigingen aan te brengen om aan de certificering te voldoen. Op die manier kunnen we allemaal overstappen op veilige sociale en milieuvriendelijke productiepraktijken.”
